Grensgebied: Tania Verhelst, stadsdichter van Brugge
14 april 2019 


Voor trouwe volgers van Pulp deLuxe zal de naam van de Oostendse tekenares Tania Verhelst niet onbekend in de oren klinken. Een viertal jaar geleden publiceerden we immers een aantal van haar beeldverhalen, ze haalde ook eens de shortlist van De Plastieken Plunk nadat ze eerder al eens mee streed voor de Focus Stripstrijd. En haar werk was ook te bewonderen op onze eigen expo Wild Grid in 2015. Daarna bleef het wat stil wat beeldverhalen betreft. Ze maakte immers succesvol de gedeeltelijke overstap naar de wereld van de poëzie wat begin vorig jaar leidde tot het stadsdichterschap van Brugge. Dat levert ons een ideaal excuus op voor een nieuwe Grensgebied-aflevering.

Lezers van Pulp deLuxe kennen je misschien nog van je bewerkingen van sprookjes die we een aantal jaar geleden publiceerden. Vanwaar je overstap naar de poëzie?
Er zijn verschillende lijnen die mij tot schrijven brachten. Zo was er bijvoorbeeld een bevriend dichter die mij vroeg illustraties te maken voor zijn werk. Zijn woorden inspireerden me. Niet alleen om te tekenen maar ook om zelf te schrijven. Zodoende ging ik op zoek naar poëzie en voelde mij erg aangesproken door de huidige generatie spoken-word dichters -dankzij YouTube!- van Charlotte Van den Broeck tot Rafeef Ziadah.

Het is het voordeel van twee minnaars te hebben. Als je de een beu bent, ga je naar de ander.

Het was ook een periode waarin ik wat ‘materiaal-moe’ was. Ik vond het prettig dat je voor het schrijven in tegenstelling tot tekenen in principe niets nodig hebt: geen verf, geen doek, papier of andere dragers en dat je ook gewoon ‘in je hoofd’ kunt schrijven terwijl je staat aan te schuiven in de file of aan de kassa. Voor tekenen ben je nu eenmaal wel gebonden aan plaats en ruimte.

Nu probeer ik beide af te wisselen. Het is het voordeel van twee minnaars te hebben. Als je de een beu bent, ga je naar de ander.

Begin vorig jaar werd je aangesteld tot nieuwe stadsdichter van Brugge, waarbij je in de voetsporen treedt van oa een andere tekenares Lies Van Gasse. Hoe zijn ze bij jou terecht gekomen en wat wordt er verwacht van een stadsdichter?
Hoe ze bij mij zijn terechtgekomen: via mijn schrijven en grafiek. In 2017 nam ik deel aan een poëziewedstrijd en dat was de vorige stadsdichter, Herman Leenders die toen in de jury zat, opgevallen. De handgebonden boekjes van Brief aan Dodo zitten er ook voor iets tussen (nvdr: hieruit werden ‘In Bad met Suzanne’ en ‘Het Contract’ gepubliceerd op Pulp deLuxe).

 

Wat van de stadsdichter verwacht wordt: dat hij het woord in de stad uitdraagt, als broodkruimels rondstrooit, in het beste geval mensen doet struikelen. Concreet doe ik dat door aan te haken bij evenementen. Zo schreef ik bijvoorbeeld voor het Eetfestival Kookeet een gedicht dat op schorten werd gedrukt. In het kader van het project ‘Vierkant tegen Eenzaamheid’ schreef ik een rouwgedicht, dat door vrijwilligers wordt voorgelezen bij eenzame begrafenissen. In het kader van het Slowfestival in het Concertgebouw schreef ik live een gedicht op een muur.

 

In mei ga ik voor Erfgoeddag samen met een videokunstenaar een installatie bouwen in het Guido Gezelle Museum en een performance geven met een muzikant. Voor Cinema Lumière ga ik in dialoog met iemand van het Opvangcentrum om op basis daarvan een gedicht te schrijven dat voorgedragen wordt als proloog op een film, gelinkt aan de vluchtelingenproblematiek (‘je n’ aime plus la mer’). Bij de heropening van het Museum Gruuthuse ga ik ook acte-de-présence geven. Verder is er nog 150 jaar Stadsschouwburg, Bar Literair, …

Om nog maar te zwijgen over onze ‘stadsdichtersstoel’. Het is een kruising tussen een stoel, een stemhokje, een veredeld publiek toilet en een rariteitenkabinet met een brievenbus. De oorspronkelijke bedoeling was dat ik erop zou gaan zitten maar omdat hij vrij hoog is en niet helemaal stabiel hebben we die ambities wat ingebonden. Nu staat hij op gezette tijden in de stad op strategische plaatsen om mensen uit te nodigen verzen te schrijven en daar te deponeren. Op het eind van het jaar componeer ik met al deze ‘gesprokkelde verzen’ dan ‘een gedicht van Bruggelingen’.

 

Sinds vorige week is het ‘ambt’ officieel en hoop ik gedichten meer in de publieke ruimte te brengen. Binnenkort ga ik samenzitten met de schepen van cultuur om de mogelijkheden hier rond te bekijken.

Meer info over het stadsdichterschap in Brugge vind je op zwerm-vzw.com of op de website van stad Brugge en je mag ook altijd aankloppen bij mijn eigen website: taniaverhelst.be.

Welke andere stad zou je nog interessant vinden om gedichten over te brengen?
Oostende natuurlijk. Queen of all beaches!

Profiel Tania Verhelst »




Vorig artikel
Het Verhoor: Zie Groenen
Volgend artikel
Het Verhoor: Dieter VDO



Gerelateerde berichten





More Story

Het Verhoor: Zie Groenen

Onlangs publiceerden we Swimming van Zie Groenen op Pulp deLuxe. We hadden even een kort gesprekje met deze jonge kleurrijke...