2007. Twee jaar nadat de inmiddels verdwenen Haarlemse uitgeverij Bee Dee onze enige Pulp deLuxe-bundel uitbracht, verscheen Bloeddorst #1: een verzameling Nederlandse en Vlaamse horrorstrips onder redactie van Menno Kooistra. Daarna werd het oorverdovend stil, achttien jaar lang. Tot Halloween, de filmwereld en een succesvolle crowdfunding campagne  opnieuw leven in het initiatief bliezen.

 

Menno Kooistra

We openen met jouw quote uit het begin van het boek: “Het werd bloody time na 18 jaar.” Waarom heeft het zo lang geduurd vooraleer Bloeddorst een vervolg kreeg?

Menno Kooistra: "Zodat Bloeddorst #2 volwassen kon worden en we eindelijk échte, serieuze horror konden brengen! Nee hoor, Bloeddorst is intussen wel 18 jaar oud geworden, en de bijdragen zijn inderdaad harder en serieuzer, maar de werkelijke reden is simpel: het leven kwam ertussen. Werk, relaties, kinderen… We hebben wel twee keer een opleving gehad: één keer toen we er een magazine van wilden maken, en één keer toen we een interactieve tabletversie overwogen. Maar beide projecten zijn er nooit gekomen. Nu was de tijd eindelijk rijp, mede dankzij regisseur Martin Koolhoven, die zich afvroeg waar dat vervolg bleef. Toen dachten we: ja, goeie vraag. Waarom maken we eigenlijk geen tweede deel?"

Film, strip en horror… is er een coolere combinatie?

Hoe hard zijn de stripwereld én het horrorgenre geëvolueerd in die achttien jaar?

Menno: "Qua horrorfilms is er volgens mij een positieve evolutie geweest, met de komst van meer “serieuze” films over thema’s als rouw, schuld, trauma, geloof en identiteit. Elevated horror of grief horror, of hoe je het ook wil noemen. Denk aan films als It Comes At Night, The Babadook, Hereditary, De Uskyldige (The Innocents) en It Follows. Ik heb sowieso het gevoel dat de horrorfilm vandaag de dag wat meer geaccepteerd is, ook onder tieners. Een goede zaak.

De horrorstrip is altijd wel populair geweest, denk ik, maar dan vooral in het Engelstalige gebied. In Nederland en Vlaanderen blijft het behelpen, zowel op filmvlak als in de stripwereld. Het talent is er, dat bewijst Bloeddorst nog maar eens, maar over het algemeen krijgen ze simpelweg geen podium."

Deze keer sprong de Nederlandse filmwereld mee aan boord: zeven filmregisseurs en drie scenaristen hielpen om de verhalen vorm te geven. Was die input nodig om dit boek te laten werken?

Menno: "Met Martin aan boord leek het ons leuk om ook meer filmmakers uit te nodigen om een verhaal te schrijven. Uiteindelijk leverden acht regisseurs en scenaristen uit de genrefilmwereld een verhaal, dat vervolgens verbeeld werd door een stripmaker. Geen vereiste om het boek te laten werken, maar wel een heel leuke en frisse insteek. En film, strip en horror… is er een coolere combinatie? Nee."

Het boek draagt zelfs het label “Martin Koolhoven presenteert”, verwijzend naar zijn tv-reeks die genrefilms in de kijker zette. Mogen we nu stellen dat het horrorgenre in Nederland (en Vlaanderen) volwassen geworden is?

Menno: "Deel 1 had “Menno Kooistra presenteert” boven de titel staan, dus het leek ons leuk om daar nu “Martin Koolhoven presenteert” van te maken. Het is inderdaad een leuke verwijzing naar die tv-reeks van de VPRO, maar ook naar Alfred Hitchcock Presents, de anthologieserie die liep van 1955 tot 1965. En of het horrorgenre volwassen is in Nederland en Vlaanderen? Nee, we zijn er nog niet. De serie van Koolhoven is hoopvol, en er duiken af en toe echt toffe films op, maar vaak gaat het om comedy-horror, wat ik dan weer jammer vind. Ga er dan helemaal voor."

Bloeddorst #2

Hoe zijn de duo’s dit keer samengesteld?

Menno: "In het begin heb ik de scenario’s gewoon voorgelegd aan de tekenaars die al toegezegd hadden, tot er steeds minder verhalen overbleven. Ook heb ik mensen bewust gekoppeld omdat ik dacht dat dat een goeie match zou zijn, op basis van hun stijl."

De filmische inslag druipt eraf: verwijzingen naar Cronenberg, Romero, Lynch, The Mummy, A Nightmare on Elm Street, War of the Worlds en zelfs het beruchte incident met Alec Baldwin duiken op. Was het de bedoeling dat de makers zó nadrukkelijk uit de filmwereld zouden putten?

Menno: "Ja, het thema film was vanaf het begin de bedoeling. We hebben dat later wat losser gelaten, omdat we de tekenaars eigenlijk niet wilden beperken in onderwerp of stijl, maar eerst was het de bedoeling dat iedereen iets met film zou doen. Het thema film schemert uiteindelijk nog steeds door in een groot deel van de verhalen, ook in de bijdragen zonder filmmakers. Alle strips hebben een filmische vibe. Ik denk bijvoorbeeld aan de bijdrage van tekenicoon Thé Tjong-Khing, die actrice en sekssymbool Rita Hayworth als levenloos monster tekende. En inderdaad, Kwik, Kwek en Kwak die veranderen in Freddy Krueger omdat de eigenaar A Nightmare on Elm Street over hun film met de vrolijke eendjes opneemt."

Tot slot: moeten we terug achttien jaar wachten op Bloeddorst #3, of gaat het deze keer wat vlotter?

Menno: "Als het aan mij ligt niet. Maar mijn Bloeddorst-compagnons Maarten en Nynke moeten er ook zin in hebben. Ik ben stiekem al wel begonnen met het zoeken naar een thema voor een derde deel. Het is natuurlijk veel te leuk om ermee bezig te zijn. We willen wel eerst van de eerste druk af, voor we de knoop doorhakken. Maar het gaat de goede kant op!"

 

Martin Koolhoven

Met Martin Koolhoven werd een van de boeiendste Nederlandse filmregisseurs van het moment aan boord gehaald. Hij opent én sluit het boek af, en speelde bovendien een sleutelrol in het aantrekken van andere namen uit de filmwereld bij het project.

Dag Martin, voor wie jou (vooral in België) nog niet kent: je bent de regisseur van films als Brimstone en Oorlogswinter, niet meteen horror. Hoe kwam de VPRO er destijds bij om jou te vragen voor de reeks "Martin Koolhoven presenteert", waarin genrefilms centraal staan?

Martin Koolhoven: "Zij kwamen niet bij mij, ik kwam bij hen. Ze hadden me eerder wel benaderd voor wat uiteindelijk De Kijk van Koolhoven werd. Dat leek me een leuk idee, maar ik stelde als voorwaarde dat het over genrefilms moest gaan, omdat ik daar erg van hou en omdat dat de grote achilleshiel is van de Nederlandse film. En hoewel genrefilms natuurlijk meer zijn dan alleen horror, kwam dat genre in die drie seizoenen wel vaak voorbij.

In een wereld waarin de filmwereld steeds meer gedomineerd wordt door lafheid en een gebrek aan originaliteit, is horror nog zo’n beetje het enige dappere genre.

Omdat ik aan de ene kant veel problemen had met hoe talentontwikkeling binnen de Nederlandse omroep verliep, en aan de andere kant genrefilms nog steeds die achilleshiel vormen, kreeg ik een idee. Tot mijn plezier, en een beetje tot mijn verbazing, zei iedereen ja."

Volgens Menno was jij de grote aanjager van Bloeddorst #2. Wat spreekt jou zo aan in het horrorgenre, en specifiek in de combinatie van horror en strip?

Martin: "In een wereld waarin de filmwereld steeds meer gedomineerd wordt door lafheid en een gebrek aan originaliteit, is horror nog zo’n beetje het enige dappere genre. De wereld heeft allang door dat het ook artistiek zijn mannetje staat, met films als Titane en The Substance, die het goed deden in Cannes, bijvoorbeeld, maar in Nederland denken nog veel mensen dat het nog steeds enkel een pulpgenre is. Net zoals men denkt dat strips alleen voor kinderen zijn. Dus ja, het is een goed idee om samen op te trekken en die vooroordelen eens flink af te straffen."

Zelfde vraag die ik ook aan Menno stelde: was het de bedoeling dat de makers zo nadrukkelijk uit de filmwereld zouden putten?

Martin: "Er is internationaal altijd een enorme kruisbestuiving geweest tussen de film- en de stripwereld. Bijna iedere filmmaker houdt ook van strips, en ik ken geen grote stripmakers die niet door film zijn beïnvloed. Dus het leek me logisch om ze samen te brengen, en gelukkig vond Menno dat ook een interessant idee. Daarna werd film een beetje het overkoepelende thema, wat misschien logisch is als je het mij laat presenteren."

Ludwin Schouten

Jouw bijdrage aan Bloeddorst #2 is het ijzingwekkende tweeluik De Man / De Wolf, prachtig tot leven gebracht door Ludwin Schouten. Het opent én sluit het boek. Was het voor jou vanzelfsprekend om te schrijven voor het medium strip, dat toch met andere wetten werkt dan film?

Martin: "Het was niet echt vanzelfsprekend, vooral omdat het een kortverhaal moest worden, en ik die spier sinds mijn academietijd eigenlijk nooit meer geoefend had. Ik heb niet zoveel met korte films en vond dit in het begin ook lastig. Mede omdat ik bang was dat ik het medium niet genoeg onder de knie had. Daarom heb ik flink geleund op Ludwin. Ik schreef het verhaal, liet hem de eerste visuele opzet maken en heb me daarna enkel reagerend bemoeid. Het is daarom wel veertien pagina’s geworden in plaats van de afgesproken zes…"

Smaakte dat uitstapje naar de stripwereld naar meer? Zien we jou ook terug voor een eventuele derde Bloeddorst, of lijkt het jou beter dat Menno voor een ander medium kiest om herhaling te vermijden?

Martin: "Op zich lijkt het me hartstikke leuk om nog eens een strip te maken, ik ga erover nadenken. En als Menno me vraagt voor Bloeddorst #3, ben ik sowieso van de partij."

Maarten Janssens

Iedereen aan het woord laten, was onbegonnen werk. Heel wat namen klinken bovendien vertrouwd voor de volgers van Pulp deLuxe. Zo verstripte oud-redactielid Dido Drachman het verhaal Strigoi van scenarist Reint Schölvinck. Peter Moerenhout en Stephan Louwes leefden zich uit in een feministisch horrorfestijn, Serge Baeken volgde de sporen van David Cronenberg, en ook Stedho en Bobby De Groot (GRID #1) zijn van de partij. We huiverden echter toen we een wel heel onverwachte naam tussen de deelnemers ontdekten.

Dag Maarten Janssens, in de inhoudstafel van Bloeddorst #2 viel meteen op dat jij je strip maakte “samen met GPT-5 en OpenArt”, voor veel stripmakers zowat het ultieme horrorscenario. In het verhaal zelf leek dat eerder een knipoog om de vloer aan te vegen met AI, maar jij bent ook concept artist. Hoe ben je precies te werk gegaan voor jouw bijdrage aan Bloeddorst #2?

Maarten Janssens: "Tja, AI. Ik weet dat dat voor veel collega’s een gevoelig onderwerp is. Iedereen heeft er wel een mening over: de ene ziet het als een wondermiddel dat de wereld zal redden, de andere als het begin van het einde. Voor mij was het vooral iets waar ik niet omheen kon. Als je er bang voor bent, moet je erin duiken.

Mijn verhaal Het Nest in Bloeddorst #2 gaat over Adam en Eva die gedwongen worden een artificieel paradijs te scheppen voor AI. Tegelijk was het ook mijn eigen experiment: kon ik, als concept artist, samen met een machine tot een coherente strip komen? Ik wilde niet enkel over AI vertellen, maar er ook letterlijk mee werken, en zien waar dat toe zou leiden.

Ik liet ChatGPT meeschrijven aan scènes en dialogen, en gebruikte OpenArt voor de beelden. Elk beeld ontstond uit een reeks prompts, waarna ik de resultaten monteerde, overtekende en aanvulde met collages van bestaand beeldmateriaal. Dat was een gok. Ik ben nogal op controle gesteld, maar ‘eng’ is niet per se slecht voor een griezelverhaal. Ik werkte binnen een strak schema:

  • p.1: in de val lopen
  • p.2: de hemel van AI
  • p.3: de hel van AI
  • p.4: het deprimerende einde (want in Bloeddorst winnen de Goeden natuurlijk niet)

Het proces bleek moeizaam. De eerste weken gingen op aan het leren kennen van de technologie: welke prompts werken, welke niet, welke beeldmodellen bruikbaar zijn en hoe je de machine een beetje kan “trainen”. Ik heb een maand lang geprobeerd de personages Adam en Eva herkenbaar te houden, wat absurd veel werk was, want de AI vergat voortdurend hoe ze eruitzagen. Uiteindelijk heb ik elke pagina opgebouwd uit tientallen gegenereerde beelden, die ik daarna in inkt samenbracht tot één consistente stijl.

Ik heb drie maanden lang ’s avonds aan vier pagina’s gewerkt — gefrustreerd, nieuwsgierig, soms gefascineerd. De AI leverde af en toe verrassende ideeën op, maar ook veel chaos en fouten. Ik moest alles voortdurend bijsturen en uiteindelijk grotendeels zelf hertekenen om het geheel leesbaar te krijgen.

Wat ik eruit geleerd heb? AI kan inspireren, het kan verrassende associaties oproepen en dwingen om je eigen keuzes scherper te stellen. Maar het mist alles wat kunst waardevol maakt: gevoel, consistentie, intuïtie, plezier. Voorlopig is het geen gereedschap voor kunstenaars, eerder een spiegel die toont wat er juist zo menselijk is aan creëren, en waarom we dat nooit aan machines mogen overlaten."

 

Het resultaat van die ongewone werkwijze lees je, samen met vierentwintig andere ijzingwekkende verhalen, in Bloeddorst #2. Veel leesplezier!

Bloeddorst #2 telt 164 pagina's en werd in eigen beheer uitgegeven.