Voor het eerste 'verhoor' op onze nieuwe website trekken we naar Friesland, waar we in gesprek gaan over de graphic novel Echo. Laatbloeier Remco Schoppert vertelt er een persoonlijk verhaal, met de dijken als uitgesproken Hollands decor.

 

Voor de lezers die je nog niet kennen: kan je jezelf kort voorstellen en vertellen waar we je eerder van kunnen kennen?
Ik ben Remco Schoppert, geboren in 1982 in Sneek. Al ruim vijfentwintig jaar werk ik als illustrator voor tijdschriften, kranten en kinderboeken, onder meer voor Quest, Didactief, de Volkskrant en diverse kinderboekuitgeverijen. In deze boeken richtte ik mij vooral op een jong publiek. Zo mocht ik onder andere de Nederlandse vertaling illustreren van de Snow Spider-trilogie van Jenny Nimmo, en werkte ik samen met de Deense schrijfster Sophie Swerts Knudsen aan een fantasieserie. Daarnaast ben ik actief als portrettekenaar en maak ik filmposters.

In mijn werk probeer ik het landschap een weerspiegeling te laten zijn van de emoties die de personages doormaken.

Maar strips, dát is waar het in mijn jeugd allemaal mee begon. Ik heb een diepe passie voor dit medium. Toen ik op de kunstacademie in aanraking kwam met de graphic novel, viel het kwartje. Ik zag hierin een manier om verhalen en gebeurtenissen te vertellen die mij bezighouden. Hoewel ik in de loop der jaren verschillende projecten heb afgerond, heb ik ze nooit eerder naar buiten gebracht. Tot nu dan, want Echo is mijn debuut als striptekenaar.

Echo draait rond een heel Nederlands thema: de dijken. Hoe ben je bij dat verhaal gekomen?
Ik ben opgegroeid in Friesland en wilde een persoonlijk verhaal vertellen. Voor mij is Friesland een vertrouwd en tegelijk mystiek landschap. Het kent veel gezichten als het gaat om natuur: de zee, de uitgestrekte vlaktes, de meren… Het heeft iets desolaats dat mij enorm aanspreekt. In mijn werk probeer ik het landschap een weerspiegeling te laten zijn van de emoties die de personages doormaken. Omdat ik er bewust voor gekozen heb dit verhaal zonder tekst te vertellen, moet ik het hebben van de visuele zeggingskracht.

De achterflap verklapt dat het gaat om “een uniek verhaal over onzekerheid, adoratie en de zoektocht naar bevestiging”. Hoe ver zou jij in de plaats van het hoofdpersonage gaan om gehoord te worden?

In zekere zin is het hoofdpersonage, de zoon in het boek, op mijzelf gebaseerd. Hoewel het verhaal fictief en metaforisch is, bevat het veel persoonlijke elementen. Het conflict tussen de twee hoofdpersonages is deels ingegeven door ervaringen uit mijn jeugd: situaties en emoties die ik heb meegemaakt, maar die nu in dienst staan van een groter verhaal.

Het antwoord op die vraag zit eigenlijk al in Echo zelf. De zoektocht van de zoon naar bevestiging is ook míjn zoektocht geweest. Door dit verhaal te tekenen kon ik mijn eigen innerlijke strijd vormgeven en een plek geven, een manier om gehoord te worden én het af te sluiten.

Echo - pagina 92

Ik heb het zelden zo mooi zien regenen en stormen als in Echo. Hoe heb je dat aangepakt?
Dank voor het compliment! Ik hou van de elementen, omdat ze de emoties van de personages versterken en zorgen voor een totale beleving. Mijn strips moeten voor mijn gevoel een ervaring zijn, zodat ze op een dieper niveau bij de lezer binnenkomen.

Water fascineert me: hoe het beweegt, steeds anders, soms druppelt het, soms ontstaan er kringen, en soms slaat het met geweld tegen een dijk. Het gaat altijd om beweging en dramatiek. In Echo vormt die beweging van het water de rode draad. De regen symboliseert de woede of het verdriet van de personages. Show, don’t tell.

Dat betekende wel dat elk kader gevuld moest worden met details: reflecties, spatten, kringen, golfbewegingen… Maar ik hou van dat monnikenwerk. 

Je liefde voor film spat van de pagina’s af: Echo zit vol cinematografische hoogstandjes. Kan je daar wat meer over vertellen?
Sinds mijn eerste bioscoopbezoek ben ik gefascineerd door film. Het heeft iets magisch, vooral films die visueel vertellen en meerdere lagen openleggen. Dat je met kadrering en montage een verhaal kan overbrengen, blijft bijzonder. Ik heb een grote liefde voor cinematografie: de meesters weten met één beeld gevoelens bloot te leggen die je met woorden nooit volledig vangt. Daardoor wordt het meer een ervaring dan “gewoon een verhaal”.

Ik zie strips niet als een stilstaand medium. Voor mij beweegt elk frame, zoals in film. Als tekenaar zoek ik steeds naar dat ene moment waarop ik de “film” even bevries. In Echo waren die shots extra belangrijk, omdat het verhaal volledig zonder tekst wordt verteld. Daar gingen honderden schetsen aan vooraf, soms om de wereld neer te zetten, soms om een intiem moment te vangen. Het was echt spelen met het kader.

Sommige scènes bevatten bovendien een raamvertelling of visuele echo’s naar latere gebeurtenissen. Door die lagen toe te voegen, valt er bij herlezing steeds meer te ontdekken.

Echo - pagina 8

Je gebruikt enkel schaars geel als steunkleur. Waarom die keuze?
Oorspronkelijk waren de eerste pagina’s uitgevoerd in vrij expressieve kleuren. Dankzij mijn vriendin, ook illustrator, heb ik uiteindelijk gekozen voor grijstonen. Terecht merkte ze op dat de kleuren te veel afleidden van het verhaal. Daar ben ik haar heel dankbaar voor, want hierdoor is het geheel rauwer en directer geworden.

De beperkte steunkleur geel heeft een dubbele functie. Ze plaatst de vader telkens bewust centraal, terwijl de zoon in grijstonen wordt weergegeven. Dat contrast benadrukt het karakter van de vader. Daarnaast sluit de keuze voor geel aan bij de raamvertelling op de hoofdstukpagina’s. Daar wil ik niet te veel over verklappen, omdat het belangrijk is dat de lezer dat zelf ontdekt.

Je debuteert relatief laat in de stripwereld, na jaren als illustrator (voor kinderboeken, VPRO, Schokkend Nieuwsde Volkskrant …). Hoe komt het dat er nu pas een eerste stripboek ligt?
Tja, een terechte vraag. Misschien had ik lange tijd het gevoel dat ik nog niet kon vertellen wat ik wilde, of niet op de manier waarop ik dat wilde. Daarnaast was ik simpelweg druk met andere illustratie-opdrachten en met het gezinsleven, samen met mijn vrouw en twee kinderen. Nu zij wat ouder zijn, merk ik dat er meer rust en ruimte is om aan zo'n project te werken.

Mijn tekenwerk is grotendeels analoog en vraagt veel tijd en toewijding. Maar nu is de beer los, zullen we maar zeggen!

Je werkt ook mee aan de nieuwe Bloeddorst. Met welke scenarist werd je gekoppeld en wat kan je daarover al kwijt?
Ja, dit is een bijzonder leuk project. Menno Kooistra, de initiatiefnemer van Bloeddorst, vroeg me om mee te doen, en daar kon ik geen nee tegen zeggen. De deadline stond al akelig dichtbij, dus ik heb mijn agenda leeggemaakt en er in één ruk aan gewerkt.

Omdat er weinig tijd was, heb ik ervoor gekozen het horror/sciencefictionverhaal zelf te schrijven. Zo had ik meer controle over het eindresultaat en kon ik mijn eigen manier van vertellen erin kwijt. Ik ben erg blij met het resultaat. 

Tot slot: zijn er al nieuwe stripprojecten in de maak?
Zeker. Ik kan er nog niet veel over zeggen, want het staat nog in de kinderschoenen, maar ik ben bezig met het schrijven en storyboarden van een nieuwe graphic novel. Het verhaal speelt zich af in de 18e eeuw, dus er is flink wat research nodig. Maar het belooft iets bijzonders te worden.

Ik kan niet wachten om echt te beginnen met tekenen. Net als bij Echo wil ik er de tijd voor nemen om de wereld zorgvuldig op te bouwen. Er is dus nog wat geduld nodig.

 

Echo telt 128 pagina’s en werd uitgegeven door Menlu.