Grensgebied: Nicolas Marichal over Eumefius
5 november 2023 


“Wie zeg je?”
“Ge weet wel, die gast van het Botramkot op de Gentse Feesten.”
“Die lange die spreekt als Jommeke, kan die tekenen?”
“Baja gij, en schrijven ook. Hij heeft zelfs de dt-fouten uit mijn interview gehaald.”
“Die tekende vroeger toch mopjes met een grappig peetje?”
“Ja, Eumefius en dat stond in dat boekske met Edmond Cocquyt, Beeldstorm. En van die gags heeft hij nu dus een bundeling uitgebracht.”
“Edmond die speelt nu baas in het Trefpunt café, geloof ik.”
“Toevallig ook de locatie van onze volgende Drink&Draw!”
“Ik vraag Nicolas of hij komt, maar misschien eerst een paar serieuze vragen.”

door Jeroen Roobrouck

verhoor-nicolas02

(foto Gunter Vanderbeken)

Ik kijk hier in mijn Beeldstorm’s van vroeger en daar is Eumefius, denk ik, voor het eerst in het openbaar verschenen. Dat moet ongeveer honderd jaar geleden zijn. Hebt ge al die tijd nieuwe gags zitten bedenken of is dit een best of?

’t Is het Verzameld Werk. Eumefius is vijfentwintig jaar geleden ontstaan, op de banken van een auditorium van de Blandijnberg. Uit verveling tekende ik een mannetje met een groot hoofd dat schopte op een voetbal. De voetbal bleef liggen maar zijn eigen hoofd viel eraf. Daarna tekende ik soortgelijke moppen, telkens op een andere bank in een ander auditorium, tot het figuurke een beetje bekend begon te worden. En dan ben ik er inderdaad mee naar Beeldstorm gestapt.

In elke groep vrienden is er wel iemand die altijd het vogelkakske op zich krijgt.

Daarna is er jaaaren niets mee gebeurd, en dan heb ik nog eens vierentwintig moppen getekend op een 24h comics day. Toen heb ik er afplakkers van gemaakt die ik meegaf aan mijn vrienden om ze over heel de wereld te verspreiden. Ik had een vaag idee van een fotoboek, maar dat was te ingewikkeld. En nu, nog eens zoveel jaar later, zag ik de moppen nog eens liggen en ik vond het zonde dat die nooit eens allemaal samen uitgegeven waren.

Hoe komt ge bij die uitgeverij terecht? Of zijn zij naar jou gekomen want die gasten staan niet echt bekend als uitgever van strips.

Ik had in de Mokabon afgesproken met mijn vriend Sam De Graeve van Borgerhoff & Lamberigts. Niet omdat ik dacht dat hij het zou uitgeven, maar omdat ik tips wou over hoe ik dat moest aanpakken. En twee cappuccino’s met crème fraîche later zei hij dat hij het zelf wou doen.

 

Mijn kinderen zijn dol op Eumefius. Het is erg leesbaar voor kleuters en ik zie mijn oudste haar hoofd breken op de absurditeit van de mopjes. Dat is eigenlijk geen vraag maar een compliment. Tenzij ge daar iets over wilt zeggen.

Zalig. Dat doet mij echt plezier. Ik reken kleuters ook tot de doelgroep, samen met intellectuelen. Kleuters vinden al die ongelukken en kakskes plezant uit puur leedvermaak. Bij intellectuelen is het meer omdat ze zichzelf herkennen in zoveel malchance. Want vergis u niet: Eumefius gaat wel degelijk over de condition humaine.

Ik hoorde u eens op zo’n Beeldstorm vergadering zeggen dat ge enkel houdt van cartoons zonder tekst. Hebt gij dyslexie of is er een andere reden? Ik ken eigenlijk niet veel voorbeelden van woordeloze cartoonisten. Kunt gij enkele voorbeelden geven?

Heb ik dat echt gezegd? Jongens toch, wat kraam ik allemaal uit. Ge moet weten dat ik zelf een copywriter ben, dus ik verdien mijn brood met woorden. Misschien heb ik daarom een voorliefde voor mensen die zonder woorden iets teweeg kunnen brengen. Boerke van Pieter De Poortere bijvoorbeeld, ik vind dat heel schoon. Het pure beeldverhaal, en dan nog eens vaak ontroerend ook. Jeroen Funke en Boris Peeters van het Nederlandse collectief Lamelos, die vind ik ook briljant. En Trondheim natuurlijk, met zijn Mister O en Mister I. Die strips lijken qua insteek nogal op Eumefius, maar Trondheim is natuurlijk nog tien keer beter. Iemand totaal anders is Benoit Jacques. Zijn verhalen zijn niet altijd zo duidelijk te volgen, of ze zijn zelfs onbestaande, maar hij zuigt u mee in een zwart-witwereld die helemaal de zijne is. Ongelooflijk goeie tekenaar, zeer gul met zijn fantasie. Hij geeft u met zijn eenvoudige wriemelende figuurkes heel de tijd het gevoel dat ge het ook zoudt kunnen, maar dat is natuurlijk niet waar.

Mijn favoriete cartoonist is Jean-Marc Reiser, daar staat eigenlijk altijd veel tekst in maar dat is een Fransman en die horen zichzelf gewoon graag bezig denk ik dan. Die Reiser tekent ook zijn peetjes heel snel, een neus en wat sprietjes haar zijn vaak genoeg. Eumefius ziet er precies meer werk uit. Is dat zo? 

Zot! ’t Is waar dat Eumefius wat properder is afgewerkt, maar tekenkundig stelt het niets voor hee. Ik kan die hele strip op een namiddag opnieuw tekenen. Van sommige gags heb ik wel verschillende versies, omdat ge moet zien wat er grafisch het beste marcheert. Maar ‘t is wel grappig dat ge Reiser vernoemt, want daarvan ben ik ook een grote fan. In mijn andere strips en illustraties leun ik ook meer aan bij zijn stijl. Ge voelt met wat een rotvaart die aan de slag ging, zijn tempo van spreken en denken spat van het papier.

Tegenwoordig is dat hip dat faux naif tekenen, maar eigenlijk deden jullie dat toen al. Hebt ge daar een mening over?

Ik denk dat faux naif al hip is sinds Gauguin. Het is gewoon een keuze die ge kunt maken, om dingen niet proper af te werken maar een soort brute kracht te laten behouden. Ge moet eens langsgaan op een kunstschool. Een commentaar waar alle toekomstige illustratoren of striptekenaars gek van worden is dat hun schetsen beter waren dan hun afgewerkte resultaat. Meestal is dat ook waar. Maar de besten zijn in staat om spontaneïteit te bewaren in hun afgewerkte product. Let wel, spontaneïteit is niet hetzelfde als ‘weinig werk’. Neem nu Reiser. Ik ben zeker dat hij rap tekende, maar dat wil niet zeggen dat hij geen tijd moest investeren. Hij heeft zeker serieus wat kilometers moeten afleggen om zo vlot te krabbelen. Misschien dacht hij lang na over zijn teksten. Misschien moest hij een pagina tien keer opnieuw tekenen omdat er hem iets niet beviel. Weet gij het? Aan het eindresultaat ziet ge dat niet.

Is humor een serieus vak zoals ze zeggen? 

Humor werkt voor mij het best als er een kern van waarheid in zit. De gedachte is de vader van de mop, zeggen ze. Dat geldt zelfs voor zo een onnozel stripke als Eumefius. In elke groep vrienden is er wel iemand die altijd het vogelkakske op zich krijgt, die op de enige kapotte stoel gaat zitten op een trouwfeest, die sowieso als eerste corona kreeg. Voor mij is Eumefius een boek dat ge cadeau moet doen aan die persoon, omdat die daar het meeste waarheid in zal terugvinden.

Wat ik straf vind is dat ge in uw lange carrière altijd een bepaalde esthetiek hebt volgehouden in al uw werk, niet alleen strips maar ook uw werk aan de Offerlaan. Je affiches voor Theater Antigone en stripcolumns voor rekto:verso bijvoorbeeld zijn heel herkenbaar. Ik zag onlangs een tekening hangen in de Bookz&Booze en herkende het meteen. 

Allez, merci! Eumefius staat daar voor mij een beetje los van, omdat dat tekenkundig niet veel voorstelt. Het is waar dat er voor de rest wel een lijn in mijn tekeningen zit. Ik denk dat die lijn is dat ik nooit kwaliteit bereik zonder kwantiteit. Neem nu die posters voor Theater Antigone. Geen enkele van die tekeningen heeft mij meer dan tien minuten gekost, maar ik was wel altijd twee dagen bezig voordat ik iets goed vond. Mijn kast puilt uit van het papier. Gelukkig smijt ik ook veel weg.

 

Is dat iets dat ge al vroeg doorhadt, dit ben ik en ik neem de vrijheid op om altijd mezelf te blijven? Moet je je soms niet aanpassen? Zijn er tekenaars die uw werk beïnvloed hebben want ik zie het niet direct. Of gaat het eerder om een attitude?

Dat is nogal een serieuze vraag, ik weet het niet zo goed. Ik sta in ieder geval vaker paf van beeldende kunstenaars dan van illustratoren. Permeke, Frits Van den Berghe, Matisse, Cocteau, Picasso, dat vind ik de beste tekenaars.

Kunt ge mij nog wat straffe verhalen uit de tijd van Beeldstorm geven? Ik denk dat veel van onze lezers dat zelfs niet meer kennen. Ik kan nog altijd niet geloven dat ik daar eens pinten heb heb staan drinken met zowel Ollie Schrauwen en Bert Lezy, terwijl er een gast naast ons de hele tijd zat te praten. Die kon echt niet zwijgen en dat was de jonge Brecht Evens. Ik geloof zelfs dat het tegen hem was dat je dat zei van die cartoons zonder tekst. Hij was toen vooral bezig met ‘cyanide en happiness’-achtige dingen.

Beeldstorm is op een bepaald moment overgegaan in Parcifal Stripmagazine en daarin hebben Evens en Schrauwen inderdaad schone dingen gepubliceerd. Brecht was toen echt nog een broekie. De enige strip die hij al uit had was dat verhaal over die alien, Een Boodschap uit de Ruimte. Pure stripstudiostijl was dat, onherkenbaar! Maar ten tijde van Parcifal heeft hij wel zijn potjes ecoline gekocht. We zijn nog altijd vrienden. Als hij op bezoek is in Gent gaan we altijd samen op strooptocht.

 

Schrauwen was toen al een monstertalent, maar hij had ook nog niet veel gepubliceerd. De Mongoliden is bij mijn weten enkel in Parcifal verschenen, maar dat was dus echt van wereldniveau. Zonde dat hij dat nooit afgewerkt heeft. Mijn beste herinneringen aan Parcifal heb ik aan het tweede nummer, toen we met een stuk of vijftien tekenaars een weekend naar een strandhut in Oostende zijn getrokken om daar het volledige nummer te tekenen. Op basis van één scenario, maar dus met veel tekenaars. Bert Lezy zat daarbij, Jeroen Janssen, Sarah Zeebroek, die gasten van Lamelos, Jean Bourguignon, Randall Casaer, … Echt veel talent op een hoop. En dan samen een grote put graven op het strand. Ambiance!

Ziet ge de dag van vandaag nog initiatieven of collectieven met dezelfde energie als toen? Ik zie wel dat de zines floreren maar tegelijk hangt daar een soort serieux aan vast die mij niet altijd aanstaat. Koopt gij zelfs nog strips? En zo ja, welke?

Om heel eerlijk te zijn: ik lees liever boeken dan strips of graphic novels en de zines ken ik ook niet zo goed. Aline is een tijdschrift boordevol talent, maar ik heb geen idee hoe de redactievergaderingen daar zijn. Beeldstorm en Parcifal hadden een zichtbare en arrogante hoofdredactie. Ge ziet dat ook in die fotostrips die we toen publiceerden. We voelden ons eerder erfgenaam van het Franse Hara-Kiri dan kunstenaars. Ik herinner mij bijvoorbeeld de cover met de kop van Gertje, van Samson, gewoon geript van Studio 100. Zonder ironie of parodie, gewoon eens kijken of een plat commerciële cover meer zou verkopen. Ik denk het wel, trouwens.

Lap, nu ben ik wel vergeten te vragen om naar onze Drink&Draw te komen.

 

Eumefius telt 170 pagina’s en werd uitgegeven door Borgerhoff & Lamberigts.

Bestel Eumefius »
Instagram Eumefius »







Gerelateerde berichten





More Story

Grensgebied: DoubleBob - Bobladi Boblada

Met mijn hiel zet ik de stofzuiger uit. Iets te hard maar machines moeten weten wie de baas is. De radio neemt weer het luchtruim...